08-01-2014
Transitiearrangement jeugdzorg regio IJsselland

De verantwoordelijkheid voor de zorg aan kinderen en jeugdigen gaat per 1 januari 2015 van rijk en provincie over naar de gemeente. Die overgang van het ene systeem naar het andere wordt transitie genoemd en is opgenomen in het Transitiearrangement jeugdzorg regio IJsselland, een regionaal document van samenwerkende gemeenten.
Om de overgang van taken en verantwoordelijkheden zorgvuldig te laten verlopen, zullen nadere afspraken moeten worden gemaakt. In de raadsvergadering van 7 januari 2014 is over de nota Transitiearrangement jeugdzorg nader van gedachten gewisseld.
Over de inhoudelijke voorwaarden waaronder de overgang zal plaatsvinden, moet in het komende jaar nog een besluit worden genomen.
Voor de SGP is de bewaking van het aanbod van identiteitsgebonden zorg van groot belang.
Hieronder leest u in hoofdlijnen de bijdrage van Arie den Ouden, namens de SGP-fractie.

In dit arrangement gaat het uiteindelijk om drie zaken:
- Hoe wordt de continuïteit van de zorg tijdens de transitie gerealiseerd.
- Welke infrastructuur is daar voor nodig.
- Hoe worden de frictiekosten beperkt.

Continuïteit
De continuïteit wordt al heel eenvoudig opgelost: alle cliënten, zowel zittende als wachtlijst, en ook nieuwe, blijven bij de huidige aanbieders diensten afnemen. Dat is inderdaad een zachte landing. Met de continuïteit zit het dus wel goed.
De SGP vraagt zich in deze wel af wat hiervan de financiële consequenties zijn. Er wordt namelijk gesproken over een korting voor de zorgaanbieders van 16,25%. Dit zou kunnen betekenen: hetzelfde doen voor minder geld, dan wel dat er geanticipeerd wordt op een ingeschatte afnemende toekomstige zorgvraag. Zowel het een als het ander is mogelijk. Bij onvoldoende restfinanciering zal dit ten laste komen van de gemeentekas. Onduidelijk is hoe zich dit verhoudt met de reeds toegepaste gemeentelijke korting in onze meerjarenbegroting. Te meer daar financiering alleen kan worden toegekend indien de gemeentelijke begroting toereikend is.

Infrastructuur
De SGP stemt ermee in dat de infrastructuur voor de toeleiding en de inschaling van cliënten naar interventieniveaus in handen blijft van de gemeente.

Frictiekosten
Verwacht wordt dat de frictiekosten, door bovengenoemde realisering van continuïteit tussen zorgaanbieders en klanten, worden geminimaliseerd. Frictiekosten met betrekking tot personeel en overhead zullen door instellingen zelf worden opgelost. Wel is de SGP benieuwd naar de verwachte problematiek van de frictiekosten betreffende huisvesting en vastgoed. Dit blijft nog als een onzekerheid boven de markt hangen en zal nog nader in beeld moeten worden gebracht.

De SGP wil verder nog op een aantal zaken uit het rapport nader ingaan.

Financiën
Volgens het rapport is het onwenselijk om de in te kopen zorg naar individuele gemeenten af te rekenen. Dit is het standpunt dat de opstellers van dit concept gezamenlijk, dan wel in meerderheid, ingenomen hebben. De SGP wil graag weten of dit ook het standpunt van de afvaardiging, ambtelijk of bestuurlijk, van Staphorst was. Hierop aansluitend komt de vraag naar voren of er niet voor een constructie kan worden gekozen voor afrekening achteraf over de daadwerkelijk lokale afname van zorg. In dit geval zou dan de infrastructuur gezamenlijk gefinancierd moeten worden.
Ook zal meer duidelijkheid moeten komen over de budgetten, de financiële verdeling, de verantwoording, mogelijke bezuinigingen en de invloed die de raad daarop heeft.
Zonder deze gegevens is het eigenlijk niet mogelijk een verantwoord besluit te nemen.
De SGP vraagt zich verder af of het geen knelpunt is dat zorgkantoren en zorgverzekeraar tot nu toe niet betrokken willen worden bij de totstandkoming van dit transitiearrangement. Te meer omdat in
2011 90 jeugdige inwoners van onze gemeente zorg ontvingen van rijkswege (AWBZ of Jeugdzorg) en 195 jongeren van Zorgverzekeringen.
Instellingen
De SGP vraagt aandacht voor het completeren van de overzichtslijst van instellingen. Hierin wordt de Stichting Schuilplaats gemist. Gevraagd wordt of voor het verzamelen van de gegevens voor deze lijsten de gemeente Staphorst ook een lokale lijst heeft samengesteld.

Bestuurlijke vormgeving
De SGP wil graag weten wie verantwoordelijk is voor het concept en hoe de stemverhouding van elke gemeente is. Ook wordt gevraagd of Staphorst in elke werkgroep vertegenwoordigd is.
Vooruitkijkend merkt de SGP op dat zij tegen de vorming van een nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Jeugdzorg is. Uit het oogpunt van behoud zelfstandigheid en democratische controle willen we nieuwe bestuurslagen vermijden die ongetwijfeld forse overheadkosten veroorzaken. En elke organisatie dijdt onophoudelijk uit; maakt zichzelf onmisbaar etc. Nadere uitleg over de bestuurlijke vormgeving is dan ook gewenst.

Lokale invulling
Over de vrijheid voor lokale invulling/uitvoering van ondersteuning van ouders en jeugd gaat de SGP akkoord. De raad zal hierover wel vroegtijdig moeten kunnen meespreken..
Verder gaat de SGP akkoord met het zoveel mogelijk lokaal invullen van de opvoedhulp.
De SGP wil bij de doorontwikkeling van het interventiemodel uitdrukkelijk aangeven dat wat lokaal kan ook echt lokaal moet blijven. Gevraagd wordt of hiervoor een motie nodig is?
Verder wil de SGP weten of de gemeente Staphorst ook vertegenwoordigd is bij het uitwerken van de verschillende transformatiethema's door instellingen voor jeugd. Ook wordt gevraagd of de gemeente in de eindfase nog wijzigingen kan aanbrengen.
Het optreden van Centrum voor Jeugd en Gezin als frontoffice voor kinderen, ouders en gezinnen naar ondersteuning, spreekt de SGP bijzonder aan.

Vervolg
Een veelheid van onderdelen van de transitie en de transformatie jeugdzorg zal door verscheidene regionale werkgroepen regionaal worden uitgewerkt. De vraag is of de raad hier grip op heeft.
Dit in het kader van het regionaal proces transformatie jeugdzorg. Dit vervult ons met grote zorg. Dit proces ontglipt ons zo. Dat willen wij niet. Hoe zit het met het lokaal proces transformatie jeugdzorg? We waren het toch steeds allemaal eens: Lokaal wat lokaal kan?!!! Dat betreft toch niet alleen een beperkte lokale uitvoering, terwijl dat lokaal beleid regionaal geformuleerd wordt? Het kan toch niet zo zijn dat de rol van de raad alleen uit 'ja-zeggen' bestaat? Hierover graag een reactie.

Samenvattend oordeel
Twee opmerkingen:
1. Dit document gaat puur over de transitie. De transformatie moet eigenlijk nog helemaal volgen. Daarmee is dit document betrekkelijk mager. Wordt dit oordeel door het college gedeeld? Dan zijn we het eens en volgt de inhoudelijke discussie over de transformatie op een ander moment.
2 Dit transitiedocument munt uit door vaagheid. Het kan ook bijna niet anders. Van overheidswege is er nog te veel onzeker. Maar ook het proces van totstandkoming van dit arrangement is voor ons erg vaag. Wij ontveinzen niet dat wij deze ontwikkelingen met grote bezorgheid gadeslaan. Wij hopen dat u onze bezorgheid weg kunt nemen, of die voor honderd procent deelt.

Tijd
We schorten ons standpunt op tot na de beantwoording, maar stellen wel dat wij onze bevoegdheden niet uit handen geven tot 2017. We willen de looptijd van dit arrangement beperken tot 1 jaar. In de tweede helft van dat jaar kan er een eerste evaluatie plaatshebben, waarna de raad voor het volgende jaar besluit, al dan niet bijgesteld.



terug >>

Arie den Ouden