30-05-2013
Regionale samenwerking

In de raadsvergadering van 14 mei jl. is de notitie Samenwerking Staphorst 'Samen Verder' besproken. Een helder stuk waarin wat de SGP-fractie betreft, wel teveel nadruk gelegd wordt op samenwerking met Drentse gemeenten. Wij moeten uitgaan van eigen kracht. Wanneer die op onderdelen onvoldoende is, geven wij er de voorkeur aan de ene keer met die groep gemeenten en de andere keer met een andere groep gemeenten samen te werken. Samenwerking heeft zeker invloed op de identiteit. En daaraan willen wij, voor zover het in ons vermogen ligt, graag meehelpen om die te bewaken.
Hieronder kunt u de bijdrage lezen van Jan Visscher, namens de SGP-fractie.

Samenwerken tussen gemeenten en/of fuseren van gemeenten is momenteel weer een veel besproken onderwerp. Het kabinet bij monde van minster Plasterk heeft in eerste instantie sterk aangedrongen op 100.000+ gemeenten. Inmiddels is dat getal weer sterk afgezwakt. Met het oog op komende decentralisaties van een aantal grote taken naar de gemeenten, wordt gezegd dat een hogere schaalgrootte nodig is. Echter nog steeds is onduidelijk of daarvoor gemeenten van (veel) grotere omvang dé oplossing zijn. Wij betwijfelen dat. Wij zien om ons heen nog veel te vaak dat besluitvorming in grotere eenheden, zowel in het openbaar bestuur als ook in het bedrijfsleven, veel stroperiger verloopt. En over besparing op kosten kunnen wij het beter helemaal niet hebben. Wel kan in een aantal gevallen de kwetsbaarheid minder zijn in grotere organisaties. Maar juist dat is naar onze overtuiging heel goed te regelen door samenwerking met één of meer gemeenten aan te gaan.

Om vanavond te kunnen discussiëren over samenwerking, en in welke vorm, ligt een duidelijke, gelukkig beknopte notitie voor ons.

Eerst een aantal algemene opmerkingen.
1. Wanneer je wat artikelen leest van de afgelopen 10 tot 15 jaar, lees je eigenlijk nergens de conclusie dat grotere gemeenten financieel voordeel opleveren voor de burger.
2. Of de bestuurskracht beter wordt, is veelal volgens diverse publicaties niet zozeer afhankelijk van de grootte van gemeenten, maar veel meer van een bestuurskrachtig gemeentebestuur. En dat loopt helemaal niet parallel met de schaalgrootte van gemeenten, waarbij klein slecht en groot goed zou zijn.
3. Betrokkenheid van burgers bij de politiek is in kleine gemeenten groter dan in grote gemeenten. In grote gemeenten wordt dat nogal eens weer verbeterd door deelgemeenten. Dan kun je gemeenten beter een omvang laten houden, zoals ze hadden voor opschaling.

4. Onze landelijke overheid geeft aan dat er veel meer taken naar de gemeenten overgeheveld moeten worden.
De reden is dat deze zaken in het sociale domein beter door gemeenten gedaan kunnen worden, dichter bij de burger enz. Tegelijk wordt de tegenstrijdige visie uitgedragen dat gemeenten te klein zouden zijn voor deze taken.
Wat is het nu, decentraliseren of half decentraliseren?

Bestuurlijke fusie
Wanneer wij de zojuist gemaakte opmerkingen op ons laten inwerken, worden wij in elk geval niet enthousiast over het opschalen van gemeenten naar 100.000+ . Zelfs nog niet in de richting van de helft daarvan. Een bestuurlijke fusie wijzen wij af en de argumenten die in de notitie op pagina 3 zijn genoemd, onderschrijven wij geheel.

Ambtelijke fusie
Daarna wordt genoemd als mogelijkheid een ambtelijke fusie. Dat is een zware samenwerkingsvorm. Een aantal voorbeelden zijn daarvan in ons land te noemen. Het is echter geen veel voorkomende vorm. Dat duidt er volgens ons op dat hieraan ook nogal wat bezwaren kleven. Een niet genoemd bezwaar is volgens ons ook, wanneer je daarvoor een aparte organisatie opricht, deze ook te maken krijgt met fors toenemende overheadkosten. Zo'n organisatie voor meerdere gemeenten komt meestal in een apart gebouw, de lijnen worden veel langer en er is veel meer (afstemmings)overleg nodig.

Meervoudige samenwerking
Wanneer het bij overheveling van taken van het Rijk naar gemeenten nodig is om te beschikken over een bepaalde schaalgrootte, is voor ons de meest gewenste vorm het samenwerken met één of meer gemeenten. En dan willen wij ons vooral richten op verplichte samenwerking, maar zeker niet alles in een bepaalde richting.
Als wij de notitie lezen, komt deze op ons over alsof daarin vooral toegeschreven is in de richting van samenwerking met Meppel. Op meerdere plaatsen lezen wij van sterke verbondenheid met Meppel op het gebied van onderwijs, koopstromen richting Meppel, maar ook wat betreft de arbeidsmarkt. Wij zijn van mening dat er veel meer onderwijs gevolgd wordt in Zwolle en Kampen dan in Meppel. Ook bestuurlijk participeert Staphorst wat onderwijs betreft in de regio IJsselland. En dat tot volle tevredenheid zo is ons meerdere keren verteld. Verder zijn wij ervan overtuigd dat onze inwoners voor aankopen buiten de eigen gemeente nog meer richting Zwolle gaan dan richting Meppel. Datzelfde geldt ook voor het werken, veel meer mensen uit onze gemeente werken er in Zwolle dan in Meppel.


Vooralsnog zijn wij met de werkvoorziening verbonden met een aantal Drentse gemeenten. Dat mag wat ons betreft zo blijven, maar op dat terrein verwachten wij in de nabije toekomst toch grote veranderingen. Op dat moment is beter te overzien wat daarvoor dan de beste samenwerkingsvorm zal zijn.

De SGP wil duidelijk aangeven dat wij onze samenwerking(en) in de toekomst niet zoeken richting de Drentse gemeenten. De Staphorster cultuur past beter bij Kampen, Dalfsen en Zwartewaterland. Voor taken waar een grote schaal voor vereist wordt, kan gekeken worden of in een aantal gevallen daarbij Zwolle ook van belang kan zijn.

Het komt er voor ons dus op neer dat wij niet met alles één kant op willen, ons vooral willen richten op verplichte samenwerking en daarbij denken aan het zoeken van aansluiting bij Overijsselse plattelandsgemeenten.

terug >>

Jan Visscher