14-06-2012
Startnotitie cultuurbeleid

In de raadsvergadering van 14 juni jl. heeft de raad de startnotitie cultuurbeleid behandeld. Eerst konden de fractiewoordvoerders een algemene indruk geven over de opgestelde notitie . Ook was er de gelegenheid de eigen visie op het cultuurbeleid neer te zetten. Daarna is aan de hand van een vijftal stellingen per stelling de mening van de fractie weergegeven en kon men met elkaar de discussie aangaan.
Hieronder kunt u de bijdrage lezen van Arie den Ouden, namens de SGP-fractie.

Allereerst wil ik uitspreken dat ik de twee bijeenkomsten in de werkgroep ter voorbereiding van deze startnotitie als bijzonder prettig ervaren heb. Omdat er veel meer tijdbeschikbaar is, is er veel meer uitwisseling van gedachten, en dus de mogelijkheid om iets dieper te boren. Dat de politieke stellingname in het openbaar plaatsvindt is goed.
Wat mij betreft wordt deze werkwijze vaker gevolgd. Het kost meer tijd voor de deelnemers, maar het resultaat is meer een stuk van de raad. Onze fractie vind dat winst.

Nu het stuk zoals het voorligt
Het zal duidelijk zijn dat de SGP zich niet kan vinden in stelling 1. Uit deze stelling spreekt de moderne volkomen liberale insteek: "Als iemand iets doet, dat niet in het wetboek van strafrecht als strafbaar feit genoemd wordt, dan mag de overheid daar geen mening over hebben, voor de overheid is het altijd goed." Wij vinden dat onbarmhartig. De PvdA vindt dat ook. Die verafschuwden enige tijd geleden (om zomaar wat te noemen) de korting op ontwikkelingssamenwerking. Die vinden dat niet goed. (Wij ook niet) Waarom dit voorbeeld? Omdat de stelling net lijkt te zeggen, dat er geen verschil is tussen goed en kwaad. Dat is er natuurlijk wel. En de overheid neemt een standpunt in, stelt grenzen.

Dat is voor de overheid een kwestie van zijn of niet zijn.

Wij stellen dus voor om in stelling 1 te verwoorden dat
1. De gemeenteraad van Staphorst richt zich in haar cultuurbeleid op hetgeen strekt tot eer van God, en tot welzijn van mens en mensheid. Dit gaat trouwens altijd samen op.

In de toelichting naar stelling 2 lezen we (de laatste drie regels): Het gaat meer om voortbrengselen en uitingen van intellectuele en artistieke aard, en om activiteiten die daarop gericht zijn. De stelling zet dan ook in met de woorden: De nota cultuurbeleid richt zich op cultuur in meer beperkte zin. Hier wordt ik eigenlijk mismoedig van. Ik ben enkele weken geleden met mijn klas naar de Veldschuur Bid en Werk te gaan. Dan zie je de gebruiksvoorwerpen van onze verre voorouders: pijlpunten, aardewerk, muntjes, gebedsbeeldjes, mantelhaken en schoengespen uit de tijd van de Romeinen etc. daar wordt brood gebakken in een veldoventje etc. Ik zeg niet dat daar niets artistieks tussen zit. Die gebruiksvoorwerpen zijn soms kunstzinnig vormgegeven. Maar dat was extra. Het zijn echt gebruiksvoorwerpen, en geen kunstvoorwerpen. Daar kleeft het leven van onze voorouders aan. Als 'het hele leven' niet onder cultuur valt, wat moeten we dan met onze monumenten, met ons archief, met 'proef Staphorst' met ons project 'bossies an diek' etc. Concreet gaat het om gewoontes en stijlen dit zich in al hun diversiteit uiten in o.a. voedselbereiding, kleding, bebouwing, bewoning, arbeid, zorgverlening, ontspanning, kunst, versiering en Wijze van Godsverering.
In Staphorst valt ongeveer al het erfgoed, dat we hebben onder cultuur in ruimere zin. Niet omdat de SGP dat vindt, maar omdat het zo is! Onze fractie wil in het cultuurbeleid van onze gemeente een belangrijk accent leggen op cultuur in ruimere zin. Dat heeft alles te maken met identiteit. Voor de duidelijkheid: Niet met christelijke identiteit, maar wel met identiteit.

Wij willen in de nota ook aandacht besteden aan kunst, maar dat is een verbijzondering van het leven. En als zodanig krijgt het zeker ook een plaats in de nota.
Om een helder beeld te hebben, en onszelf rekenschap te geven van wat we straks gaan doen, moeten we mijns inziens dus goed onderscheiden in cultuur in ruimere en in engere zin.
Wij vinden dit een kernkeuze in onze cultuurnota! Dat zou op de volgende wijze verwoord kunnen worden in stelling 2:

2. De gemeente Staphorst onderscheid in haar beleid twee terreinen: Cultuur in ruimere zin, in verleden (erfgoed) en heden, dat alle uitingen van menselijk leven omvat; en cultuur in engere zin, waarbij het met name gaat om bijzondere uitingen van intellectuele of artistieke aard.

In de aanloop naar stelling 3, waar terreinen en thema's opgesomd worden, ontbreekt een aandachtsstreepje voor religieus erfgoed. Wij kunnen dat eigenlijk niet geloven. En dat in Staphorst. Hier worden wij echt verdrietig van. Dit kan niet waar zijn. Kan de portefeuillehouder dit meenemen? In de opsomming missen wij ook de werkgroep archeologie, (met haar vondsten van zogenaamd tienduizenden jaren oud…), funerair erfgoed. En er zal hier en daar nog wel wat aangevuld moeten worden.
In stelling drie zouden wij een logischer volgorde aanhouden. Het lijkt nu een omgevallen boekenkast. De opsomming die er onder staat, kan zo overgenomen worden. Voor de rest vallen wij daar niet over. Het is puur een kwestie van ordening.

3. In de cultuurnota wordt aandacht gegeven aan:
I. Behoud en toegankelijkheid van cultureel erfgoed, archief;
II. Bibliotheek,
III. Kunst in de openbare ruimte,
IV. Culturele ontwikkeling / educatie / activiteiten van de inwoners.
V. Aandacht voor andere culturen
VI. Cultuurtoerisme

In stelling 4 kunnen we ons heel goed vinden.

Wat ons betreft verdwijnt wel de museumsteeg uit de opsomming, en wordt de museumboerderij als lemma onder het cultureel erfgoed genoemd.
Monumenten ontbreekt. Dat hoort ook ondergebracht te worden bij cultureel erfgoed. Daarvoor kan natuurlijk verwezen worden naar andere beleidsnota's, maar voor de volledigheid hoort het hier gewoon opgenomen te worden.

Stelling 5.
Het spanningsveld tussen de wensen van de gemeente en de beschikbare middelen is voor ons geen discussiestelling op cultureel niveau. Dit is een cultuurnota. Financiën kan een aparte stelling worden. De aandacht voor eigen cultuur versus andere culturen is geen dilemma waarover de discussie in de raad voortduurt. Daarover doen we een uitspraak, die in principe duurt zolang deze nota duurt. Blijft over de kwestie van grenzen stellen. Dat willen wij dan ook boven stelling vijf zetten. Wij stellen voor:

5. Grenzen
De gemeente hecht aan het ethisch beoordelen van datgene op cultureel gebied, waarvoor zij op de een of andere wijze verantwoording draagt. Zaken als Godslastering, aanzetten tot haat, en naakt worden geweerd.

6. Financiën
Onze insteek voor de komende jaren is: Op de winkel passen. Het geld is op. Geen nieuwe beleid vormgeven. Een nieuwe nota gaat meestal gepaard met een extra impuls voor het vastgelegde beleid. Dat doen we nu met deze cultuurnota niet, wat onze fractie betreft.

Ook los van dit, is onze fractie al van mening dat bijvoorbeeld cultuureducatie allereerst een zaak van de scholen is. En wat betreft culturele ontwikkeling en -activiteiten van individuele burgers: Hier moet het particulier initiatief de kar voorlopig maar trekken. Het geld is op!
De gemeente moet zich voorlopig vooral richten op haar wettelijke taken, en bewaring van haar erfgoed. Met name wil onze fractie hier de museumboerderij noemen.

terug >>

Arie den Ouden