23-04-12 Reformatorisch Dagblad
WMO-platform Staphorst wanhoop nabij

STAPHORST - Geen deugdelijke informatievoorziening vanuit het gemeentehuis, onvoldoende of geen ondersteuning en veel te weinig geld om externe deskundigheid in te kunnen huren. De WMO-raad in Staphorst is de wanhoop nabij. Het platform voelt zich miskend door de gemeente en overweegt te stoppen.

Al sinds eind januari heeft het onafhankelijke adviesorgaan rond de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) de werkzaamheden opgeschort. "Mensen met een beperking worden de dupe, maar we kunnen niet anders", zegt voorzitter Daatje Weegenaar. "Het ambtelijke budget is met de helft teruggebracht en noodzakelijke ondersteuning vanuit de gemeente is onvoldoende. En dat terwijl er een lawine aan nieuw WMO-beleid over de lokale overheden is uitgestort. Vaak krijgen we de stukken niet of veel te laat, zodat we onder tijdsdruk of zelfs achteraf advies moeten geven."

Weegenaar wijst erop dat gemeenteraad zelf voor een WMO-platform heeft gekozen. "Wil de politiek in Staphorst wel een platform?" vraagt ze zich hardop af. "En zo ja, hoe moet dat er dan uitzien, wat zijn de taken en wat mag het kosten?" Morgenavond bespreekt de gemeenteraad de problematiek. "Hopelijk laten de politieke partijen niet toe dat dit platform niet meer kan functioneren."

De Wet maatschappelijke ondersteuning is bedoeld voor mensen die niet meer op eigen kracht zelfstandig kunnen leven, wonen of meedoen met de samenleving. De gemeenten voeren deze brede wet uit en ze hebben de plicht burgers te raadplegen als het gaat om de uitvoering van de WMO. De meeste gemeenten hebben daarom een plaatselijke WMO-raad. Zo ook Staphorst. In het platform, opgericht in 2007, zitten afgevaardigden uit het totale werkveld. "Staphorst is bijzonder, omdat ook de meeste kerken vertegenwoordigd zijn", zegt Henk Korterink, voorzitter van de Diaconale WMO-werkgroep Staphorst.

De moeilijkheden voor het platform, bestaande uit elf personen plus een onafhankelijke voorzitter, begonnen eind 2010 toen het ambtelijke budget werd gehalveerd. Daardoor viel ook een groot deel van de ondersteuning weg. De WMO, zoals gemeenten die moeten uitvoeren, wordt steeds complexer.

De raad in Staphorst bestaat uit vrijwilligers. Voor adviezen moet vaak externe deskundigheid worden ingehuurd. "Daar is simpelweg geen geld voor", zegt ook Leny Douma, lid van het platform. Herman Slappendel, die namens de Nederlandse Patiëntenvereniging afdeling Staphorst-Rouveen in het platform zit, beaamt dit. De secretarisfunctie, die altijd door een ambtenaar werd vervuld, werd eveneens geschrapt. Dat laatste was overigens volgens afspraak. "Ik moet daarbij wel opmerken dat deze afspraak uit een tijd stamt waarin de WMO nog relatief simpel was, in vergelijking met wat er nu op de gemeenten afkomt", zegt voorzitter Weegenaar. Ze geeft aan dat haar raad zelfs moet betalen voor een vergaderlocatie.

Verantwoordelijk wethouder Talen ziet de zaken totaal anders. "Het budget is ongewijzigd gebleven", zegt hij. "Het is niet gehalveerd of minder geworden. De gemeente faciliteert en financiert de reguliere activiteiten van het WMO-platform. Wij betalen dus voor de noodzakelijke kosten. Kosten voor onder andere het inhuren van externe deskundigheid kunnen worden meegenomen. Voor bijzondere activiteiten kan subsidie worden aangevraagd."

"De gemeente levert zonder uitzondering vakinhoudelijke ondersteuning tijdens de vergaderingen", zegt Talen. "Ook omdat we als gemeente belang hebben bij een goed functionerend platform. Om de vergaderingen heen zijn de uren weliswaar minder geworden; dat heeft te maken met beschikbaarheid van mankracht. Echter, we voldoen volledig aan de verordening."

Dat een ambtenaar van de gemeente de secretarisrol niet vervult, is volgens Talen omdat de secretarisrol niet vanuit de gemeente ingevuld moet worden. Volgens de verordening is de gemeente alleen het eerste jaar verplicht een secretaris te bieden. Dat hebben we gedaan. Deze secretaris hebben we zelfs ook nog enkele jaren daarna geboden."

Talen zegt dat "in een sporadisch geval het platform te laat is geïnformeerd. Dat vinden wij jammer en vervelend, maar het is geen onwil." Wethouder Talen zegt nog altijd vertrouwen te hebben in het platform. "We willen graag in gesprek raken. Pogingen om te praten hebben we overigens wel ondernomen, maar die hebben geen resultaat opgeleverd. We gaan het daarom nogmaals proberen."


terug >>